-
1 verwachting
1 [het verwachten] anticipation♦voorbeelden:in verwachting zijn • be expecting/an expectant motherin de verwachting dat • on the assumption thatde verwachtingen waren hoog gespannen • expectations ran highhooggespannen verwachtingen • high/sanguine hopeshet overtrof haar stoutste verwachtingen • it surpassed her wildest expectationsniet aan de verwachtingen beantwoorden • fall short of expectationsverwachtingen wekken • arouse (one's) hopesbeneden de verwachtingen blijven • fall short of expectations, disappointaan de verwachting beantwoorden • come up to one's expectations -
2 het overtrof haar stoutste verwachtingen
het overtrof haar stoutste verwachtingenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het overtrof haar stoutste verwachtingen
См. также в других словарях:
expectation — noun (usually expectations) ADJECTIVE ▪ big, great, high, lofty (esp. AmE) ▪ modest ▪ I have modest expectations about what my research can accomplish … Collocations dictionary